DE GEMEENTERAAD

 

Feiten en context

        Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden ingediend door Livaco NV, Leuvensesteenweg 1188, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe (OMV_2023095331).

        De aangevraagde verkaveling beoogt het creëren van 39 bouwloten, de aanleg van een nieuwe wegenis en de gedeeltelijke opheffing van opheffing van voetweg nr. 75 op een terrein gelegen te Bekkevoort, afdeling 2, sectie I, nrs. 43Y2, 43H5, 43C4, 43E4, 46W, 52A4 en 52B4.

        Het dossier werd bij de gemeente Bekkevoort ingediend op 1 september 2023.

        Na de ontvangst van bijkomende informatie werd het volledig- en ontvankelijkheidsbewijs afgeleverd op 17 januari 2024.

        Over de volledige aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 26 januari 2024 tot en met 24 februari 2024. Er werd 1 bezwaarschrift ontvangen.

        Volgende adviezen werden verstrekt m.b.t. deze aanvraag:

        Voorwaardelijk gunstig advies van Agentschap voor Natuur en Bos op 19 maart 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van de Hulpverleningszone Oost Vlaams-Brabant op 22               januari 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius op 6 maart 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van Proximus op 19 maart 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van de Watergroep op 22 januari 2024.

        De Milieumaatschappij heeft op 22 januari 2024 gemeld geen advies uit te brengen.

        Gunstig advies van De Lijn op 22 januari 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van Watering Sint-Truiden op 25 januari 2024.

        Voorwaardelijk gunstig advies van WinAr op 3 februari 2024.

        Gunstig advies van dienst Waterlopen - provincie Vlaams-Brabant op 11 maart 2024.

        Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

        Collegebesluit van 13 mei 2024 : OMV V758 - Zaak van de wegen (aanleg van een nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing voetweg 75).

 

Juridische gronden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

        Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen.

        Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en latere wijzigingen.

        Het Tragewegenplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 maart 2017 en door de Deputatie in zitting van 15 juni 2017.

 

Argumentatie

Situering

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan toegevoegd wordt aan het aanvraagdossier dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen en de vooropgestelde wijziging aan het gemeentelijk wegennetwerk past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.

 

Overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet roept het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg indien de omgevingsvergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat.

 

De gemeenteraad dient zich vervolgens uit te spreken over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname van de betrokken percelen en loten in het openbaar domein.

 

Hierbij dient er, overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet, rekening te worden gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 Decreet Gemeentewegen en, in voorkomend geval, met het gemeentelijk beleids- en afwegingskader zoals vermeld in artikel 6 van het Decreet Gemeentewegen.

 

 

Artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen luidt als volgt:

 

“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

 

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

 

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

Artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen luidt als volgt:

 

“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

 

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderings-maatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrens-overschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.

 

Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

In de periode 2014-2016 werd een tragewegenplan opgesteld. Een beleidsvisie en participatietraject werden goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 maart 2017 en bestendigd door de Deputatie op 15 juni 2017.

Dit tragewegenplan beoogt voor het hele grondgebied van de gemeente een planmatige en onderbouwde langetermijnvisie voor deze materie.

Het uitvoeren van het tragewegenplan schept echter heel wat mogelijkheden voor het realiseren van beleidsdoelstellingen rond mobiliteit, veiligheid, recreatie, sport, erfgoed en klimaat.

 

Het tragewegenplan is gedragen door de bevolking en door het beleid, door het doorlopen van een 2-jarig participatietraject (= algemeen belang).

 

Het deel van voetweg 75 is opgenomen in categorie 3 van het tragewegenplan. Dit zijn voetwegen die niet op een wenslijn liggen en niet opportuun zijn in het fijnmazig netwerk van trage wegen, noch op recreatief noch op functioneel vlak. Deze wegen hebben met andere woorden geen potentieel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van gemeentewegen te vrijwaren of te verbeteren.

 

Voet- en buurtwegen (gemeentewegen) die al heel wat jaren fysiek verdwenen zijn, ongelukkig liggen en ook geen meerwaarde bieden, worden bij voorkeur officieel afgeschaft zodat duidelijkheid en juridische zekerheid voor alle betrokken ontstaat.

 

De principes en doelstellingen zoals vermeld in artikel 3 en artikel 4 van het decreet gemeentewegen worden gerespecteerd.

 

De aanvrager maakt gebruik van de hierboven uiteengezette geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de stedenbouwkundige handeling, te weten de verkaveling van het projectgebied voor het creëren van 39 bouwloten, ook de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg en de gedeeltelijke opheffing van een bestaande voetweg aan te vragen. De nieuwe ontsluitingsweg kwalificeert als gemeenteweg in de zin van artikel 2, 6° Decreet Gemeentewegen. De voetweg kwalificeert eveneens als gemeenteweg in de zin van artikel 2, 6° Decreet Gemeentewegen.

 

Formele vereisten – rooilijnplan

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 Decreet Gemeentewegen dient het aanvraagdossier een rooilijnplan te bevatten dat voldoet aan de vereisten uit het artikel 16, §2 en §3 Decreet Gemeentewegen. Krachtens voornoemd artikel dient een gemeentelijk rooilijnplan volgende elementen te omvatten:

        De actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;

        De kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;

        De naam van de eigenaars van de getroffen percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn;

        In voorkomend geval, een berekening van de eventuele waardevermindering of -vermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg;

        In voorkomend geval, de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.

 

In eerste instantie dient te worden opgemerkt dat er geen vergoedingen voor de waardeverminderingen op het rooilijnplan werden opgenomen, tengevolge van de aanleg van een nieuwe gemeenteweg. Echter, uit het rooilijnplan Aanleg nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75 blijkt dat de grondstroken binnen de rooilijnen kosteloos zullen worden overgedragen naar de gemeente en dus opgenomen worden in het openbaar domein. In deze omstandigheden is een vergoeding voor de waardevermindering van deze gronden overbodig, gezien hun overdracht naar het openbaar domein. Bovendien vormt dit de aangewezen realisatiewijze voor de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, zodat de voorziene kosteloze grondafstand kan worden goedgekeurd.

 

Voor de gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 75 werd in het toegevoegde schattingsverslag en op het rooilijnplan een waardebepaling van de meerwaarde geschat, m.n.

        perceel 43/H5 –voetweg opp. 65 m²: € 80,00 /m² (= € 5.200,00)

        perceel 43/C4 –voetweg opp. 24 m²: € 5,00 /m² (= € 120,00)

 

Voorts omvat het bij de aanvraag gevoegde rooilijnplan Aanleg nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75 de in artikel 16, §2 Decreet Gemeentewegen opgenomen elementen.

 

Aldus voldoet het in de aanvraag opgenomen rooilijnplan Aanleg nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75 aan de vereisten welke door het Decreet Gemeentewegen aan een gemeentelijk rooilijnplan worden gesteld.

 

 

Inhoudelijke vereisten – rooilijnplan

 

A. Realisatie bestemming gronden

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeenteweg kan slechts gebruik worden gemaakt van de geïntegreerde procedure voor zover de wijziging van het gemeentelijk net past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.

 

Deze laatste vereiste impliceert krachtens de jurisprudentie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat de in de aanvraag vooropgestelde wijziging van het wegennet niet strijdig mag zijn met een in (gemeentelijk) ruimtelijk uitvoeringsplan bestemmingsmatig vastgelegde weg (RvVb 13 januari 2022, nr. A-2122-0342).

 

Vastgesteld dient dat het projectgebied gelegen is in het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “9 Zillen”. Voornoemd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet in navolgende ontsluitingswegen voor traag dan wel gemotoriseerd verkeer:

 

 

 

Evenwel bevestigen de stedenbouwkundige voorschriften bij het Gemeentelijk RUP 9 Zillen dat het niet gaat om bestemmingsmatig vastgelegde wegen doch louter om een indicatieve aanduiding.

 

Zodoende past de in de verkavelingsaanvraag vooropgestelde wijziging van het gemeentelijk wegennet in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden en kan de aanvrager gebruik maken van de geïntegreerde aanvraagprocedure.

 

B. Algemeen belang

 

Overeenkomstig artikel 4, 1° van het Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.

 

Voorliggend projectgebied grenst langs de westkant aan de Minnestraat tussen enerzijds het perceel van de laatste gerealiseerde woning binnen de verkaveling Minnestraat Fase 1, ten kadaster gekend onder het nummer Bekkevoort, Afdeling 2, Sectie 1, nr. 46K3 en anderzijds de grondgebonden woning gelegen op het perceel ten kadaster gekend onder het nummer Bekkevoort, Afdeling 2, Sectie I, nr.  52B2. Langs de noordkant grenst het projectgebied aan het publieke gedeelte van het Mierenbergpark. Langs de oostkant grenst het project aan de Mierenberg en langs de zuidzijde grenst het perceel aan de verkaveling Mierenberg-Minnestraat V711.

 

De aanvraag voorziet in de opdeling van het projectgebied in kavels voor de verwezenlijking van 39 grondgebonden woningen. De in de verkavelingsaanvraag vooropgestelde wegenis strekt er aldus in eerste instantie toe binnen het voorgestelde plangebied de noodzakelijke wegen- en rioleringswerken te verwezenlijken voor zowel het gemotoriseerd als trage verkeer en groenzones aan te leggen. Dit alles teneinde te voorzien in de ontsluiting van kavels via de Minnestraat. De percelen 46W, 52B4 en 52A4 welke aanpalen aan de Minnestraat maken integraal deel uit van het projectgebied. Ter hoogte van voornoemde percelen voorziet het voorliggende rooilijnplan in de aansluiting van de ontsluitingsweg met de Minnestraat.  

Eveneens voorziet het rooilijnplan in de overdracht van grondstroken aan het openbaar domein in het kader van de realisatie van een publiek parkgebied (loten 44, 45, 46 en 47) waarbij een doorsteek wordt gecreëerd naar het publieke gedeelte van het Mierenbergpark (lot 45).

 

Ter hoogte van de Mierenberg wordt geen aansluiting voor gemotoriseerd verkeer voorzien. Hier is enkel een langzaam verkeersverbinding voor fietsers, voetgangers en hulpdiensten toegelaten. Aldus wordt een nieuwe verbinding voorzien tussen de Minnestraat en Mierenberg voor trage weggebruikers. Zo kunnen de bewoners van de Mierenberg en de meer oostelijk gesitueerde woningen rechtstreeks toegang krijgen naar het publieke Mierenbergpark, de Minnestraat en de dorpskern van Assent.

 

De in de aanvraag vooropgestelde wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet staan aldus ten dienste van het algemeen belang, zijnde het voorzien in een ontsluitingsweg voor 39 grondgebonden woningen, het aanleggen van een publiek toegankelijke parkzone welke een groene doorsteek tot het publieke gedeelte van het Mierenbergpark biedt en het voorzien in verbinding voor de trage weggebruikers tussen de Mierenberg en de Minnestraat langsheen het Mierenbergpark.

 

Waarbij voornoemde ontsluitingen voor traag en gemotoriseerd verkeer visueel als volgt kunnen worden weergegeven:

 

C. Uitzonderingskarakter van de wijziging

 

Voorliggend project voorziet in de gedeeltelijke opheffing van Voetweg of Sentier nummer 75 dewelke kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van artikel 2, 6° Decreet Gemeentewegen. Aldus dient deze opheffing, als uitzonderingsmaatregel, afdoende te worden gemotiveerd.

 

Blijkens de parlementaire stukken bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsplicht mede in het leven geroepen met het oog op de bescherming van de trage wegen, in het bijzonder de oude voetwegen zoals opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. Krachtens de parlementaire stukken bij het Decreet Gemeentewegen vormt het behoud, de bescherming alsook de opwaardering van de bestaande trage wegen in Vlaanderen één van de krachtlijnen van het decreet.

 

Hoewel voorliggend project voorziet in de afschaffing van een gedeelte van Sentier nummer 75 zoals deze werd opgenomen in de Atlas der Buurtwegen, dient gezegd dat deze voetweg heden ten dage niet meer in gebruik is en visueel ook niet meer te traceren valt in het Mierenbergbark. Bovendien loopt de voetweg in de privétuinen. Sentier nummer 75 loopt bovendien parallel met de Mierenberg waar heden ten dage een ruim voetpad aanwezig is waarbij de Mierenberg bovendien kwalificeert als fietsstraat.

 

Aldus heeft voetweg nummer 75 momenteel– gezien de voetgangers- en fietsinfrastructuur langs de parallel gelegen Mierenberg – zijn functie volledig als trage weg verloren. Voorliggende verkaveling kiest er dan ook voor om de voetweg op te heffen en te vervangen door bijkomende verbindingswegen welke beter aansluiten bij de hedendaagse ontsluitingsstructuur in Assent.

 

Zo wordt er een bijkomende verbinding gecreëerd vanuit de Mierenberg langsheen het Mierenbergpark naar de Minnestraat richting de Dorpsstraat waardoor de doorwaadbaarheid van de kern van Assent voor de zwakke gebruikers wordt geactiveerd.

 

Ondanks het gegeven dat voorliggende wijziging aan het gemeentelijk wegennet aldus voorziet in de opheffing van een gedeelte bestaande voetweg, kan niet anders dan worden besloten dat voorliggende wijziging in globo genomen voorziet in de opwaardering van het Vlaamse trage wegennet, hetgeen één van de krachtlijnen vormt van het Decreet Gemeentewegen.

 

D. Verkeersveiligheid en ontsluiting aangelanden

 

Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de ontsluiting van de aangelande percelen alsook de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen.

 

Wat de ontsluiting van de aangelande percelen betreft kan worden volstaan met een verwijzing naar het feit dat de vooropgestelde wijziging van het gemeentelijke wegennet er net toe strekt te voorzien in de aanleg van een ontsluitingsweg voor de negenendertig te ontwikkelen grondgebonden woningen binnen het projectgebied.

Aangezien voorliggend project voorziet in de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, kan de vooropgestelde wijziging aan het gemeentelijk wegennet geenszins de ontsluiting van de aangelanden in het gedrang brengen.

 

Overigens werd de verkeersveiligheid in acht genomen.

 

Ter staving van het verkeersveilig karakter van de vooropgestelde wegenwerken kan gewezen worden op navolgende technische wegenisaspecten dewelke het verkeersveilig karakter van de ontsluitingsweg aantonen:

 

        De aanleg van de 2 betonnen lopers van één meter breed met daar tussenin een groenstrook van eveneens één meter breed;

 

        De aanleg van parkings met een uitbreiding van de wegenis in functie van de draaicirkel voor de brandweer in de grasdallen;

 

        De aanleg van een afgescheiden fietspad en voetpad in dolomiet langsheen de ontsluitingsweg. Aldus wordt voorzien in een scheiding van het gemotoriseerde en trage verkeer.

 

E. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

 

Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.

 

In dit dossier paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch wordt er enige hinder voor de buurgemeenten verwacht.

 

F. Actuele functie/ toekomstige generatie

 

Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.

 

Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.

 

Voorliggende verkavelingsaanvraag strekt ertoe een nieuwe woonomgeving te creëren, hetgeen kadert in het gemeentelijk “Masterplan Assent” waarin wordt gesteld dat de realisatie van betaalbaar wonen in de dorpskern als ruimtelijk uitgangspunt dient te worden gehanteerd. De verkavelingsaanvraag strekt er in zijn geheel toe bij te dragen aan de creatie van betaalbare woongelegenheden in het centrum van Assent.

 

De aanleg van de nieuwe wegenis strekt ter ontsluiting van deze nieuwe woonomgeving en dient in deze zin de behoeftes van de toekomstige generaties zonder dat evenwel de huidige functie van de op heden niet – bestaande gemeenteweg in het gedrang wordt gebracht. Bovendien wordt voorzien in een bijkomende trage verbindingsweg tussen de Minnestraat en Mierenberg voor trage weggebruikers wat bijdraagt aan de fietsvriendelijkheid van de gemeente Assent en aldus in deze zin tegemoetkomt aan de behoeftes van de toekomstige generatie. Ook de creatie van bijkomend parkgebied en een publieke doorgang naar het achtergelegen Mierenbergpark draagt bij aan de behoefte tot een meer toegankelijk publiek park in de dorpskern van deelgemeente Assent.

 

Wat betreft de opheffing van de bestaande Sentier 75 dient vastgesteld dat deze heden ten dage niet meer in gebruik is en zelfs visueel niet meer te traceren valt. Aldus brengt de opheffing en vervanging van deze voetweg de actuele functie van de Sentier niet in gevaar terwijl tegelijkertijd wordt voorzien in een nieuwe trage verbindingsweg voor toekomstige generaties.

 

Openbaar onderzoek

 

Het rooilijnplan Aanleg nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75 diende in toepassing van artikel 17, §2 Decreet Gemeentewegen aan een openbaar onderzoek onderworpen te worden.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats van 26 januari 2024 tot en met 24 februari 2024. Tijdens dit openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend. Het ingediende bezwaarschrift heeft slechts in beperkte mate betrekking op het aan de omgevingsvergunningsaanvraag toegevoegde wegenisdossier.

 

Concreet betreft het bezwaarschrift geen kritiek op de wettigheid van het aan de vergunningsaanvraag toegevoegde wegenisdossier en rooilijnplan.

 

Het bezwaarschrift bekritiseert het gebrek aan afdoende maatregelen ter vrijwaring van de privacy van het aan de verbindingsweg voor het trage verkeer aanpalende perceel en stelt dat de verbindingsweg dient te worden ingetekend in het midden van de daartoe voorziene zone eerder dan langs de kant van de perceelsgrens van bezwaarindiener:

 

“Los van de te respecteren zone van minimum 17 meter tussen de perceelsgrenzen, zijn wij in het verleden reeds op de hoogte gebracht van de aanleg van een pad voor traag verkeer om toegang te verlenen vanop de Mierenberg naar de zone van publiek park. Dit is geen probleem.

 

Echter, op de intekening van de nieuwe wegenis loopt dit pad volledig langs onze perceelsgrens. Wij vragen hier graag om een hertekening zodat dit wandelpad ergens midden van deze gevrijwaarde zone valt, eerder dan volledig langs onze perceelsgrens.

 

Op die manier kan er tussen het pad en onze perceelsgrens struiken/hagen voorzien worden om de inkijk in onze living wat te beperken en onze privacy, die toch al behoorlijk wordt aangetast, iets meer te borgen.”

 

Bezwaarindiener kan evenwel niet worden gevolgd in zijn stelling dat de trage verbindingsweg werd ingetekend vlak naast de perceelsgrens. Zo valt uit het wegenisplan af te leiden dat er wel degelijk een strook wordt voorzien tussen enerzijds de trage verbindingsweg en anderzijds de perceelsgrens:

 

               

 

Voorliggende intekening van de trage verbindingsweg vormt bovendien een maatregel dewelke werd genomen met het oog op de bescherming van de privacy van bezwaarindiener, wat aantoont dat het ontwerp van rooilijnplan de vooropgestelde doelstellingen van algemeen belang en de privacy van de aanpalende percelen op maximale wijze met elkaar tracht te verzoenen.

 

Zo ook staat in de inrichtingsstudie/motiveringsnota bij de aanvraag voor een verkavelingsvergunning Mierenbergpark Fase 3 omtrent de “graad van privacy” van voorliggend project ten aanzien van het perceel van bezwaarindiener:

 

“Voor wat betreft de eigenaar van kadastraal perceel 43B3 (Mierenberg 5) met de zonevreemde villa in privaat park werd de afstand tussen de woning op lot 020 en zijn perceelsgrens opgetrokken tot minstens 18 m en werd de tussenliggende zone voor publiek park opgetrokken van de initiële 10 m naar 17 m.”

 

Het bezwaar aangaande het bij de omgevingsvergunningsaanvraag gevoegde wegenisdossier en het daarbij horende rooilijnplan van bezwaarindiener kan niet worden gevolgd en is bijgevolg ongegrond.

 

Financiële weerslag

Aangezien de voetweg wordt opgeheven dient de eigenaar van het perceel een meerwaarde te betalen aan de gemeente. Deze meerwaarde op het perceel is het gevolg van het feit dat de eigendom niet meer belast wordt door de voetweg over het perceel.

De meerwaarde werd door de landmeter bepaald op 5.320 €.

 

Registratiesleutel

Transactiemoment

geraamde ontvangst

GBB-OW/0200-00/74799999

Meerwaarde bij verlegging wegen

2024

5.320 €

 

Besluit

 

13 stemmen voor: Hans Vandenberg, Luc Janssens, Nathalie Weckx, Benny Reviers, Wouter Lenaerts, Raf Vanmeensel, Mia Peeters, Tommy Heusdens, Tom Lemmens, Trees Laenens, Lies Timmermans, Nathalie Putseys en Eline Snyers

2 onthoudingen: Johan Everaerts en Jan Van Cauwenbergh

 

Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen, ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk doch ongegrond te verklaren.

 

Artikel 2: De gemeenteraad keurt de zaak van de wegen, met inbegrip van de ligging, breedte en uitrusting van de in de aanvraag begrepen gemeentewegen alsook de gedeeltelijke opheffing van voetweg 75, goed.

 

Artikel 3: De gemeenteraad keurt het rooilijnplan “Aanleg nieuwe gemeenteweg en gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75” zoals opgemaakt op 14 juli 2023 door beëdigd landmeter – expert Peter Gijsen van GEOTEC (LAN: 040136) en wegenisplan opgemaakt op 1 juni 2023, zoals toegevoegd aan de vergunningsaanvraag met kenmerk OMV _2023095331 en met naam “Kolmont_3de fase verkaveling Mierenbergpark_Assent”, goed.

 

Artikel 4: De gemeenteraad keurt voorliggende zaak van de wegen houdende de gratis grondafstand

(loten 40, 48 en 49 (aanleg ontsluitingswegen) en loten 44, 45, 46 en 47 (realisatie parkgebied)  met een totale oppervlakte van 4.124 ca zoals voorgesteld op het rooilijnplan) voor opname in het openbaar domein, goed. Dit in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden ingediend door Livaco NV, Leuvensesteenweg 1188, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe (OMV_2023095331). De aangevraagde verkaveling beoogt het creëren van 39 bouwloten, de aanleg van een nieuwe wegenis en de gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 75 op een terrein gelegen te Bekkevoort, afdeling 2, sectie I, nrs. 43Y2, 43H5, 43C4, 43E4, 46W, 52A4 en 52B4.

 

Artikel 5: De grondafstand met een totale oppervlakte van 4.124 ca op te nemen in het openbaar domein op voorwaarde van een kosteloze overdracht en op voorwaarde van het afleveren van een gunstige omgevingsvergunning.

 

Artikel 6: Akkoord te gaan met de voorgestelde waardebepaling, nl. 5320 euro, zoals opgenomen in het toegevoegde schattingsverslag en op het rooilijnplan.

 

Artikel 7: Een afschrift van deze beslissing wordt toegevoegd aan deze aanvraag tot omgevingsvergunning (OMV_2023095331).

 

Artikel 8:Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.

 

Artikel 9:  Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen van toepassing.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.