DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet lokaal bestuur komt het aan de gemeenteraad, respectievelijk de raad voor maatschappelijk welzijn, toe om vast te stellen wat er onder het begrip ‘dagelijks personeelsbeheer’ moet worden verstaan.

De gemeenteraad besliste in zitting van heden tot vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen.

          Besluit van de raad van 28/06/2021 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het personeel.

 

Argumentatie

De algemeen directeur is bevoegd voor de uitvoering van wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer gedefinieerd wordt. Om duidelijke te maken welke bevoegdheden hieronder vallen, stelt de raad dit begrip vast, enerzijds rekening houdend met de rechtstreeks toegewezen bevoegdheden krachtens het rechtspositiebesluit en het decreet lokaal bestuur, en anderzijds met de omvang en de eigen kenmerken van het bestuur.

 

Financiële weerslag

Geen financiële weerslag

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

 

Worden als “dagelijks personeelsbeheer” beschouwd en zijn als dusdanig een bevoegdheid van de algemeen directeur, onder de voorwaarden en binnen de modaliteiten bepaald door de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement:

 

1)      Vaststellen van functiebeschrijvingen:

          goedkeuren, in overleg met de afdelings- en diensthoofden, van de functiebeschrijvingen, met uitzondering voor de functie van financieel directeur en algemeen directeur.

 

2)      Indiensttreding

          eindverantwoordelijke voor de actieve inwerking en de integratie van een nieuw personeelslid in zijn functie (of van een personeelslid in zijn nieuwe functie) en in de betrokken dienst, met uitzondering van de decretale graden.

 

3)      Proeftijd

          eindverantwoordelijke voor het evaluatieproces gedurende de proeftijd waarbij de geschiktheid van het personeelslid voor de functie wordt nagegaan en toekijken op het respecteren van de procedures door de evaluatoren, in overleg met de personeelsdienst.

 

4)      Mobiliteit

          tijdelijke dienstaanwijzing na overleg met de betrokken diensthoofden in het kader van de goede werking van de dienst.

 

5)      Waarnemen van een hogere functie

          formuleren van een voorstel aan de aanstellende overheid, na een procedure van vergelijking van kandidaturen, wie de hogere functie zal waarnemen.

 

6)      Verloven

          optreden bij niet correcte toepassing van vakantieverlof (niet aanvragen, te laat aanvragen,…);

          goedkeuren voor afwijking op het overdragen van het maximum aantal vakantiedagen;

          toekennen van bevallingsverlof krachtens de arbeidswet van 16 maart 1971;

          toekennen van het recht op vaderschapsverlof/geboorteverlof;

          toekennen van het recht op opvangverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof;

          goedkeuren van de aanvraag voor een omstandigheidsverlof;

          behandelen van een aanvraag tot onbetaald verlof als gunst;

          goedkeuren, eventueel met uitstel, van een aanvraag tot onbetaald verlof als recht;

          goedkeuren, eventueel met uitstel, van een aanvraag tot Vlaams zorgkrediet;

          goedkeuren van een aanvraag van een federaal thematisch verlof;

          behandelen van een aanvraag tot dienstvrijstelling;

          toekennen van dienstvrijstelling conform de bepalingen van de rechtspositieregeling;

          behandelen van een aanvraag tot studieverlof.

 

 

7)      Vorming

          in samenspraak met de vormingsverantwoordelijke en diensthoofden zorgen voor de concrete invulling van het vormingsrecht en de vormingsplicht, volgens de vastgestelde vormingsbehoeften;

          eindverantwoordelijke voor het gemotiveerd beslissen- in samenspraak met de vormingsverantwoordelijke en diensthoofden - over de toestemming of weigering van een vormingsaanvraag, eventueel rekening houdende met de voorrangsregels in overeenstemming met de rechtspositieregeling.

 

8)      Functionering en evaluatie

          eindverantwoordelijke voor de interne organisatie van het functionerings- en evaluatiebeleid en toekijken op het respecteren van de procedures;

          aanduiden van de evaluatoren, en indien nodig een nieuwe of tijdelijke evaluator;

          eindverantwoordelijke voor de opleiding van de evaluatoren;

          eindverantwoordelijke voor het informeren van de personeelsleden over alle aspecten van het functionerings- en evaluatiebeleid en de evaluatiecriteria die op hen van toepassing zijn;

          waken over de eenduidige toepassing van het evaluatiesysteem in de organisatie;

          beslissen over de bevestiging of aanpassing van de evaluatie en van het evaluatieresultaat na het gemotiveerd advies van de beroepsinstantie;

          eindverantwoordelijke voor het nemen van passende maatregelen naar aanleiding van een evaluatietraject;

          adviseren van de aanstellende overheid over ontslag wegens beroepsongeschiktheid na ongunstige evaluatie.

 

9)      Personeelsbeheer - algemeen

          toestemming verlenen voor dienstreizen en bepalen van het meest geschikte vervoermiddel;

          aanwijzen van de personeelsleden die zich buiten de normale diensturen moeten beschikbaar houden (organiseren van de wachtdienst/permanentie);

          eindverantwoordelijkheid bij het toezien op het correct naleven van de arbeidstijd en het reglement tijdsregistratie;

          aanpassen van het uurrooster zoals bepaald in het arbeidsreglement in functie van gewijzigde arbeidsprestaties van het personeelslid;

          toezien op onregelmatige prestaties/meeruren/overuren in overeenstemming met de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement;

          organisatie van de ziektecontrole, uitgeoefend door het geneeskundig controleorgaan dat is aangeduid door het bestuur;

          vaststelling onwettige afwezigheid.

 

10)  Salaris, toelagen en vergoedingen

          vaststelling van het individueel jaarsalaris met inbegrip van de overname van de anciënniteiten;

          beslissing over het doorstromen in de functionele loopbaan;

          beslissen over de aanvragen van personeelsleden voor het ontvangen van toelagen en vergoedingen: permanentietoelage, opdrachthouderschap, vergoeding voor reiskosten, kosten gemaakt in dienstopdracht, verstoringstoelage.

          toekenning van anciënniteits-en pensioenpremie conform de bepalingen in de rechtspositieregeling.

 

11)  Verhoudingen met de vakorganisaties

          het voor kennisneming viseren van de berichten van de vakorganisaties die in de lokalen van de diensten van het personeel waarvan zij de beroepsbelangen behartigen worden aangeplakt (KB tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel);

          aanduiding van de plaatsen waar berichten kunnen worden aangeplakt;

          het bepalen in onderlinge overeenkomst met de betrokken representatieve vakorganisaties van de plaats, dag en uur van de vergaderingen die zij beleggen in de lokalen van de administratie.

 

12)  Andere;

          controle op de naleving van de deontologische code, het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling van gemeente en OCMW.

 

Artikel 2

De algemeen directeur rapporteert per kwartaal aan het college/vast bureau over de uitoefening van haar bevoegdheden inzake dagelijks personeelsbeheer.

 

Artikel 3

Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, van toepassing.