DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Feiten en context

In zitting van 18 december 2023 verklaarde het College van burgemeester en schepenen zich akkoord met de invoering van 'functieverzwaring' in de rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort goedgekeurd door de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 28 juni 2021.

Vermits het hier een voorstel tot aanpassing van de rechtspositieregeling betreft, werd dit als agendapunt geagendeerd op het HOCBOC van 18 december 2023.

Op basis van de bespreking tijdens het HOCBOC werd door Jurplus een aangepast tekstvoorstel opgemaakt. Zie bijlage.

Op basis van dit aangepast tekstvoorstel werd vervolgens een 'Protocol aanpassing RPR - functieverzwaring' ondertekend. Zie bijlage.

Het ACV Openbare Diensten verklaarde zich akkoord met opmerkingen.

Het ACOD-LRB verklaarde zich niet akkoord met opmerkingen.

In zitting van 15 januari 2024 verklaarde het vast bureau zich principieel akkoord met het overeenkomstig de besprekingen op het HOCBOC van 18 december 2023 aangepaste tekstvoorstel.

Juridische gronden

●        De rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort zoals goedgekeurd door de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 juni 2021.

●        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Argumentatie

De Vlaamse regering heeft op de ministerraad van 20 januari 2023 het kaderbesluit rechtspositieregeling personeel lokale en provinciale besturen, definitief goedgekeurd.

Dit kaderbesluit voorziet in een nieuwe toelage, nl. toelage voor functieverzwaring. Deze houdt het midden tussen een opdrachthouderschap en waarneming. Het is een vorm van waardering voor medewerkers die belast worden met een verzwaring van hun functie, ruimer dan een bijkomende opdracht maar minder ruim dan het opnemen van een hogere functie.

Door de invoering van deze toelage voor functieverzwaring krijgt het lokaal bestuur meer flexibiliteit in haar verloningsbeleid.

In afwachting van een grondige wijziging van de RPR n.a.v. het nieuwe besluit van de Vlaamse regering (BVR RPR) wordt voorgesteld om het stelsel van de functieverzwaring nu reeds in te voeren.

Het vast bureau stelt dus voor om de rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort aan te vullen met volgende bepalingen inzake functieverzwaring:

'Artikel 145 bis

Paragraaf 1: Onder functieverzwaring wordt verstaan: het tijdelijk uitoefenen van een significant zwaardere functie, waardoor het gewicht van de functie zich bevindt tussen de oorspronkelijke functie en de net hogere graad.

Paragraaf 2: Als de precieze duurtijd van de tijdelijke functieverzwaring vooraf kan worden bepaald, bedraagt deze minimaal dertig kalenderdagen en maximaal vijf jaar. Die periode kan na afloop maximaal één keer worden verlengd met een periode van maximaal één jaar.

Als de precieze duurtijd van de tijdelijke functieverzwaring vooraf niet kan worden bepaald, bedraagt deze minimaal dertig kalenderdagen en maximaal één jaar. Die periode kan maximaal één keer worden verlengd met een periode van maximaal één jaar.

Paragraaf 3: De algemeen directeur beslist tot de functieverzwaring in samenspraak met het personeelslid wiens functie wordt verzwaard. De algemeen directeur kan na overleg met het personeelslid voortijdig een einde stellen aan de functieverzwaring.

Paragraaf 4: Het personeelslid krijgt voor de duur van de functieverzwaring een toelage zoals bepaald in artikel 208 bis.

'Artikel 208 bis De toelage voor functieverzwaring bedraagt 10% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid, zonder dat de toekenning van de toelage ertoe mag leiden dat het salaris daardoor hoger is dan het salaris waarop het personeelslid in de hogere graad recht zou hebben. De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald.'

Deze tekstwijziging zal worden opgenomen in de nieuwe gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort.

Financiële weerslag

/

Besluit

eenparig

Artikel 1: Akkoord om de rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort met ingang vanaf heden aan te vullen met volgende bepalingen inzake functieverzwaring:

'Artikel 145 bis

Paragraaf 1: Onder functieverzwaring wordt verstaan: het tijdelijk uitoefenen van een significant zwaardere functie, waardoor het gewicht van de functie zich bevindt tussen de oorspronkelijke functie en de net hogere graad.

Paragraaf 2: Als de precieze duurtijd van de tijdelijke functieverzwaring vooraf kan worden bepaald, bedraagt deze minimaal dertig kalenderdagen en maximaal vijf jaar. Die periode kan na afloop maximaal één keer worden verlengd met een periode van maximaal één jaar. 2 Als de precieze duurtijd van de tijdelijke functieverzwaring vooraf niet kan worden bepaald, bedraagt deze minimaal dertig kalenderdagen en maximaal één jaar. Die periode kan maximaal één keer worden verlengd met een periode van maximaal één jaar.

Paragraaf 3: De algemeen directeur beslist tot de functieverzwaring in samenspraak met het personeelslid wiens functie wordt verzwaard. De algemeen directeur kan na overleg met het personeelslid voortijdig een einde stellen aan de functieverzwaring.

Paragraaf 4: Het personeelslid krijgt voor de duur van de functieverzwaring een toelage zoals bepaald in artikel 208 bis.'

'Artikel 208 bis De toelage voor functieverzwaring bedraagt 10% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid, zonder dat de toekenning van de toelage ertoe mag leiden dat het salaris daardoor hoger is dan het salaris waarop het personeelslid in de hogere graad recht zDeze tekstwijziging zal worden meegenomen bij de volgende aanpassing van de rechtspositieregeling (aanpassing artikel 291 RPR) en als bijlage worden toegevoegd bij het arbeidsreglement van de gemeente.

ou hebben. De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald.'

Artikel 2: Deze tekstwijziging zal worden opgenomen in de nieuwe gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur Bekkevoort.

Artikel 3: Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het algemeen bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, van toepassing.