DE GEMEENTERAAD

 

Feiten en context

        Er zijn een aantal bars en rendez-voushuizen aanwezig op het grondgebied van de gemeente.

        Vanaf 2002 heeft de gemeenteraad een belasting op bars en rendez-voushuizen ingevoerd.

        Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 betreffende de belasting op de bars en rendez-voushuizen - aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

        Het college besliste in zitting van 4 november 2024 het gewijzigde belastingreglement op de bars en rendez-voushuizen voor het aanslagjaar 2025 ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

        De Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

        Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en latere wijzigingen.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42 § 3, artikelen 186 en 187 en artikelen 248 tot en met 264.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        De gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit BB2011/01.

 

Argumentatie

        De aanwezigheid van bars en rendez-voushuizen op het grondgebied van de gemeente kan aanleiding geven tot activiteiten die de veiligheid, openbare orde, rust en zedelijkheid in de gemeente in het gedrang brengen.

        De financiële toestand van de gemeente.

        Naar aanleiding van het recent gewijzigde decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen B.S. 31 mei 2024 dient artikel 5van het belastingreglement op de bars en rendez-voushuizen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 november 2019 aangepast. Voor het indienen van een aangifte moet er immers een uiterlijke datum voor indiening worden vastgelegd en geen indieningstermijn.

 

Financiële weerslag

 

Registratiesleutel

Geraamde ontvangsten

2025-GBB-FIN

0020-00/73410000

16.000 EUR

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad besluit het gewijzigd belastingreglement op de bars en rendez-voushuizen voor aanslagjaar 2025 als volgt goed te keuren:

 

Artikel 1: Definities

Er wordt voor het aanslagjaar 2025 een gemeentebelasting op de bars en rendez-voushuizen gevestigd.

 

Als bar wordt beschouwd: iedere instelling waar personen direct of indirect, de handel van de exploitant bevorderen, hetzij door gewoonlijk met de klanten te verbruiken, hetzij door het verbruik op gelijk welke andere manier te stimuleren dan door gewoon de klanten te bedienen, te zingen of te dansen. Dit kan vastgesteld worden doordat die huizen of inrichtingen ofwel hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen, ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken, uitgevoerd door de politiediensten, blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.

 

Als rendez-voushuis wordt beschouwd: een plaats (kamer, appartement, salon, e.d.) die al dan niet tegen vergoeding ter beschikking wordt gesteld voor een intieme ontmoeting tussen personen, zonder dat het de bedoeling is om er, zoals in een erkend hotel, pension, logementhuis of gelijkaardige instelling te overnachten. Dit kan vastgesteld worden doordat die huizen of inrichtingen ofwel hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen, ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken, uitgevoerd door de politiediensten, blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.

 

Aanslagjaar en financieel boekjaar zijn identiek. Het betreft het kalenderjaar beginnend op 01.01 en eindigend op 31.12 waar het feit of de toestand zich hebben voorgedaan als belastbaar feit.

 

Artikel 2: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de exploitant van de bar of het rendez-voushuis of een gedeelte ervan. Indien de identiteit van de exploitant niet kan worden vastgesteld, worden achtereenvolgens de huurder en de eigenaar van de bar of het rendez-voushuis als exploitant beschouwd. De eigenaar is eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die lastens de exploitant of huurder, waarvan hiervoor sprake, werd ingekohierd.

 

De hoofdelijke aansprakelijkheid van de eigenaar zal evenwel worden opgeschort indien de vier hiernavolgende voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:

  1. Het pand of de lokaliteit heeft enkel uiterlijke kenmerken van een woongelegenheid.
  2. Het huurcontract laat enkel het normaal gebruik als woongelegenheid toe.
  3. De eigenaar heeft, binnen de twee maanden van een vastgestelde andere aanwending van de beschouwde lokaliteit, een procedure gestart tot verbreking van het huurcontract. Als kennisgeving van een andere aanwending geldt de aangetekende melding door het gemeentebestuur aan de eigenaar gedaan, waaruit de vaststelling blijkt dat ter plaatse een bar of rendez-voushuis in uitbating werd geconstateerd. Als de procedure tot verbreking wordt stopgezet of ingetrokken, dan wordt de eigenaar opnieuw aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Dit is eveneens het geval indien de eigenaar binnen de hiervoor bepaalde termijn heeft verzuimd aan het gemeentebestuur de nodige en juiste gegevens te bezorgen dienstig voor het vestigen van de aanslag jegens de huurder.
  4. De eigenaar was voor de kennisgeving van het gemeentebestuur vermeld onder artikel 2.3 nog niet op de hoogte van de oneigenlijke aanwending van de beschouwde lokaliteit.

 

Artikel 3: Forfaitair tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld per instelling dan wel per plaats (kamer, appartement, salon e.d.) naargelang het gaat om respectievelijk bar of rendez-voushuis, zoals omschreven in artikel 1 en bedraagt 2 000 EUR per plaats/instelling. De belasting wordt berekend per afzonderlijke vestiging.

 

Artikel 4: Onverdeelbaar

De belasting is onverdeelbaar. Zij is verschuldigd voor het hele jaar, ongeacht de datum van het in gebruik stellen of stopzetten van de inrichting of de overname van een bestaande instelling. Bij overname in de loop van een bepaald aanslagjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe exploitant en blijft de belasting, gesteld op de exploitant die de inrichting overdraagt, in haar geheel behouden. De eigenaar kan evenwel, per jaar en per uitbatingplaats, slechts eenmaal hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting, die lastens de exploitant werd ingekohierd.

 

Artikel 5: Aangifte verplichting

De belastingplichtigen dienen, uiterlijk op 1 maart- postdatum van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur aangifte te doen van de in de loop van het aanslagjaar bestaande inrichtingen zoals bedoeld onder artikel 1.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 maart -postdatum- van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. (aangifteformulier is online beschikbaar op www.bekkevoort.be).

 

Als de exploitatie start in de loop van het aanslagjaar dient de aangifte te gebeuren binnen de veertien dagen na de opening.

 

 Artikel 6: Ambtshalve aanslag - Belastingverhoging

Bij gebreke van een aangifte of bij een onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting overeenkomstig artikel 7 van decreet van 30 mei 2008 ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarop het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt de bevoegde overheid de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting;

 

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade aan te richten;

 

Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld, afgezien van het feit of het om een of meerdere overtredingen per jaar gaat:

        10 % bij een eerste overtreding;

        100 % en 200 % bij respectievelijk een tweede en derde, met dien verstande dat vanaf het jaar waarin de aangifte correct en tijdig werd ingediend de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig hersteld wordt;

 

Artikel 7: Bevoegde ambtenaren

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren van het gemeentebestuur. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

 

Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgemaakt aan de financieel directeur die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten.

 

Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

 

Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in het kohier. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

 

Artikel 9: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: Bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

 

Artikel 11: Verhouding tot de andere toepasselijke belastingwetten

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het huidige decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 2: Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, van toepassing.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.