DE GEMEENTERAAD

 

Feiten en context

        Er worden aanplakborden geplaatst langs de openbare weg of op een plaats zichtbaar van op de openbare weg op het grondgebied van de gemeente.

        Vanaf 2013 heeft de gemeenteraad een belasting op aanplakborden ingevoerd.

        Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 betreffende het belastingsreglement op de aanplakborden.

        Het college besliste in zitting van 4 november 2024 het gewijzigde belastingreglement op de aanplakborden voor het aanslagjaar 2025 ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

        De grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

        Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.

 

Argumentatie

        De veelvuldige plaatsing van aanplakborden verstoort het landelijke karakter van de gemeente.

        De financiële toestand van de gemeente.

        Naar aanleiding van het recent gewijzigde decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen B.S. 31 mei 2024 dient artikel 7 van het belastingreglement op de aanplakborden, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 november 2019 gewijzigd te worden. Voor het indienen van een aangifte moet er immers een uiterlijke datum voor indiening worden vastgelegd en geen indieningstermijn.

 

Financiële weerslag

 

Registratiesleutel

Geraamde ontvangsten

2025/ GBB_FIN

0020-00/73422000

15.000 EUR

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: De raad besluit het gewijzigd reglement op de aanplakborden voor aanslagjaar 2025 als volgt goed te keuren:

 

Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2025 ten behoeve van de gemeente een belasting te heffen op de aanplakborden geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of op een plaats zichtbaar van op de openbare weg.

 

Artikel 2: Onder aanplakborden worden verstaan elke constructie, vast of mobiel, in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg, of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel.

 

Worden gelijkgesteld met genoemde borden: muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte oppervlakte beschouwd worden als één reclamebord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

 

Worden gelijkgesteld met mobiele constructies: aanhangwagens en gelijk welk rollend materieel waarvan de plaatsing en de opstelling op een bepaalde locatie dermate strategisch is, dat kan worden vermoed dat ze geplaatst zijn met de bedoeling om reclame te maken, ongeacht de tijdsduur van de plaatsing.

 

Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en in bijkomende orde, als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, muur of de omheining waarop zich het bord bevindt of de reclame is aangebracht.

 

Artikel 4: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 30 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter oppervlakte van het bord.

 

Voor de berekening van de belasting dient de publicitaire nuttige oppervlakte van het aanplakbord in aanmerking te worden genomen, d.w.z. de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.

 

Artikel 5: De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het jaar waarop het bord geplaatst, in gebruik wordt genomen of weggenomen. De verwijdering, om welke reden ook, van het aanplakbord tijdens het aanslagjaar geeft geen recht op terugbetaling van de belasting.

 

Artikel 6: De belasting is niet verschuldigd voor:

a) de aanplakborden, geplaatst door openbare besturen openbare instellingen of instellingen

van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd.

b) de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen.

c) de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene

 verkiezingen.

d) de aanplakborden, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en

 gericht naar de plaats van de sportbeoefening.

e) de aanplakborden geplaatst op of aan handelshuizen die dienen voor het maken van reclame,

 die betrekking heeft op de handel die in deze huizen wordt uitgeoefend.

f) de aanplakborden geplaatst op een werf en dienen voor het maken van reclame, die

betrekking heeft op diegenen die er werken uitvoeren op voorwaarde dat de afstand tussen

het aanplakbord en het bouwwerk niet meer dan 20 meter bedraagt.

g) borden geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisatie, wanneer het

gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of

godsdienstig vlak.

 

Artikel 7: De bij artikel 3 van dit reglement vernoemde belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het gemeentebestuur van de in deze belastingverordening vermelde belastingobjecten die zich op het grondgebied van de gemeente bevinden volgens de toestand op 1 januari van het belastingjaar. De aanplakborden dienen op de aangifte nauwkeurig te worden gelokaliseerd.

 

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd tegen uiterlijk 1 september - postdatum van het belastingjaar.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier zou ontvangen hebben, is eveneens verplicht er één tegen uiterlijk 1 september - postdatum van het belastingjaar in te dienen (aangifteformulier online terug te vinden op www.bekkevoort.be).

 

De belastingplichtige die, na inzameling van de aangiften door het gemeentebestuur, belastingplichtig wordt of die het oorspronkelijk opgegeven aantal belastingobjecten vermeerdert of de oppervlakte van deze objecten vergroot, is verplicht uit eigen beweging hiervan, binnen de 30 dagen, aangifte te doen bij het gemeentebestuur.

 

De belastingplichtige die zijn aanplakbord(en) verkoopt of overdraagt is verplicht dit binnen de veertien dagen bij een ter post aangetekend schrijven of een tegen een ontvangstbewijs afgegeven bericht mee te delen aan het gemeentebestuur. In dit geval mag de voor het lopende jaar betaalde belasting overgedragen worden op naam van de natuurlijke of rechtspersoon die het nieuw beschikkingsrecht heeft over het aanplakbord.

 

Artikel 8: Bij gebrek aan aangifte op de in artikel 7 gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting overeenkomstig artikel 7 van decreet van 30 mei 2008 ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarop het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Ambtshalve belastingen kunnen geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

Als de belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting en wordt ook ingekohierd.

 

Artikel 9: De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren van het gemeentebestuur. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

 

Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgemaakt aan de financieel directeur die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten.

 

Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

 

Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in het kohier. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

 

Artikel 11: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 12: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

De belastingschuldigen kunnen verbeteringen aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.

 

Artikel 13: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het huidige decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 2: Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het bestuurlijk toezicht, opgenomen in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, van toepassing.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.